Documentatiecentrum - Patrimonium

Religieus erfgoed

Kapellen in Berg, Buken, Kampenhout en Nederokkerzeel


door Felix Goossens
Sint-Servaaskapel

Locatie: Berg Heide - hoek Kampenhoutsebaan-Sint Servaesstraat

Sint-Servaaskapel

Sint-Servaaskapel op Berg-Heide aan het kruispunt van de Sint-Servaasstraat en de Kampenhoutsebaan. Gebouwd van bak- en zandsteen. Mogelijk daterend van 1500; gerestaureerd in 1735, 1979 en 2015. Boven de ingang hing vroeger een klokje dat in 1570 te Leuven door Peter van den Gheyn voor de Sint-Lambertuskapel te Lelle werd gegoten.
Sinds november 2004 hangt dit klokje in de kerk van Berg in een speciaal vervaardigde klokkenstoel om tijdens de liturgie gebruikt te worden.
In de kapel stond een houten Sint-Servaasbeeld van omstreeks 1500, dat heden eveneens in de Sint-Servaaskerk van Berg wordt bewaard.

KWAM SINT-SERVAAS OOIT OP DE BERGSE HEIDE?

Niet alleen wordt de H. Servatius te Berg vereerd als kerkpatroon, ook bestaat er sedert onheuglijke tijden op de Heide een kapel, die aan hem werd toegewijd. Het is niet onmogelijk dat deze zendeling tijdens zijn missietochten onze streken doorkruiste. Hij stierf weliswaar te Maastricht op 13 mei 384, maar de oudst bekende Nederlandse dichter, Hendrik van Veldeke, noteerde in zijn 'Leven van Sente Servaes', opgesteld tussen 1160 en 1170, dat de heilige ook gepreekt had in Campenholt, zijnde ons huidige Kampenhout.

Of is het precies andersom, dat onder impuls van dit boek, wij het ontstaan van de kapel op deze plaats te danken hebben? In het archief van het vroegere O.-L.-V.-gasthuis van Mechelen berust een document, gedateerd van 2 december 1433, waarin sprake is van een stuk land 'sitam in prochia de berge, prope spi-nam dictam sinter faes doeren' (gelegen onder de parochie van Berg, nabij een doornlaar genoemd sinter faes doeren).

Ook in de schenkingsakte van Godevaert vander Wilghen en Katherine Voets dd. 3 maart 1444, wordt 7 dachm. lants neve sinte servaes dome overgemaakt aan het klooster van Muizen (F). Daaruit mogen we alleszins besluiten dat er mogelijk reeds toenmaals een verering van de heilige bestond, al was het dan maar i.v.m. een doornboom van Sint-Servaas.

Volgens VERBESSELT was de naamgeving een bewijs van een vroeg ontstaan van de parochie: "Wij ontmoeten hem slechts zelden in Brabant, maar telkens i.v.m. de oudste parochiën. Verder weten we dat het St.-Servaaskapittel van Maastricht in dit gewest nog latere bezittingen had, o.a. te Erps en Kortenberg. Gelegen langs twee oude trekbanen - deze van Aarschot en deze van Leuven en Mechelen -is het niet uitgesloten dat de eerste missionarissen langs deze wegen voorbijgekomen zijn en er een parochiekern gesticht hebben, waaraan ze de naam van hun voorganger gaven. Uit de vele studiën, die we maakten, komt het ons voor dat Sint-Servaas behoort tot de oudste reeks parochieheiligen. Zo bekeken past hij ontegensprekelijk te Berg met zijn kern van Frankische hoven. In dit geval gaat de parochie op tot de 8ste eeuw".

HOE OUD IS SINT-SERVAASKAPEL?

Beeld Sint-Servaas

Wie een plattegrond van de gemeente Berg bekijkt, moet tot zijn verwondering vaststellen, dat het dorp haast in tweeën wordt gesneden door de steenweg van Perk op Kampenhout, vermits het grondgebied aldaar slechts 800 m breed is, zodat het geheel eruit ziet als een reusachtig cijfer 8. Achter dit knelpunt liggen de wijken Bulsom en Heide, die zich de eeuwen door altijd een beetje afgezonderd hebben gevoeld en op eigen plantrekkerij waren aangewezen. Als men bedenkt dat de parochiekerk van Berg zich in vogelvlucht op meer dan 3 km afstand bevindt, is het haast vanzelfsprekend te noemen, dat ook op het gebied van godsdienstbeoefening een zekere vorm van zelfstandigheid is gegroeid.

De koorkant van het Sint-Servaaskapelletje is in witte zandsteen opgetrokken en blijkbaar veel ouder dan het bovengedeelte in brikken. Te oordelen naar het houten beeld van de heilige, dat zich eertijds in de kapel bevond en rond 1500 moet gesneden zijn, zou men in die periode de bouw van de eerste kapel mogen situeren.

Ook VERBESSELT was eenzelfde mening toegedaan: "Onze aandacht wordt hier getroffen door de Sint-Servaaskapel, gelegen te midden van de heide, op het kruispunt van de Mechelse banen uit Berg en Kampenhout. Zij is zeer oud, aangezien in de kapel een schoon Sint-Servaasbeeld van rond 1500 werd bewaard. Dat toont aan dat de kapel in die periode voornaam was. Haar ligging vooral doet ons denken aan de Sint-Veronekapel van Leefdaal, de Speltkapel van Merchtem, de Kruisborre van Asse, enz. Zij hoort tot dezelfde reeks. Nu kan men ze wel op rekening van de moederparochie schrijven, die dezelfde patroon heeft, en ze aanzien als een stichting vanuit Berg, om te voorzien in de zielenzorg van de verafgelegen bewoners.

Maar feit is dat er, zoals in de vernoemde kapellen, slechts éénmaal in het jaar mis werd gelezen tijdens het octaaf van Sint-Servaas en er nooit een beneficium of kapelanij werd aangehecht. In de bisschoppelijke taxatielijsten komt ze evenmin voor. Voor ons is ze geen stichting vanuit Berg. Zij moet minstens vergeleken worden met deze van Lelle. Zij behoort tot de reeks, die wij missiekapellen noemen en een litteken zijn uit de oudste periode van de christianisatie. Bewijzen hebben wij niet; er zijn evenwel zoveel gelijklopende aanduidingen, de ene ouder dan de andere, zoals hier de ligging aan de samenloop van twee Mechelse banen en de nabijheid van een Frankische hoeve met haar eigen bodemverkaveling, tevens beschikkend over een aantal goede beemden langsheen de Dodebeek".

Uit het dekanaal verslag van 1735 vernemen we dat het bidoord voltooid werd 'uit giften en offeranden van de baron en anderen' (AAM., Vis. 1760). Op 4 mei 1736 werd er door aartsbisschop Thomas Philippus de Alsatia toestemming gegeven om er elk jaar een mis op te dragen, op de feestdag van St.-Servaas of onder het octaaf. Het onderhoud werd verricht uit de opbrengst van de offer, en wat overschoot kwam ten goede aan de parochiekerk (AAM., Vis. 1735-1739).

In 1839 werd de strook grond, gelegen aan het kruispunt van de Sint-Servaasstraat met de Kampenhoutsebaan, waarop zich de kapel bevindt, afgestaan aan de kerk van Berg, onder het herderschap van Petrus Joannes Coppens. De schenkers waren de gebroeders Polycarpus Decoster, koster te Elewijt, en Camille Decoster, notaris aldaar.

Het luiklokje, vroeger boven de ingang, is misschien even oud als de kapel zelf, maar het hoorde er oorspronkelijk niet bij. Het werd in 1570 te Leuven gegoten door Peeter van den Gheyn, ten behoeve van de Sint-Lambertuskapel op Lelle, waar het tot in 1906 ophing. Om de St.-Servaaskapel een sierlijker uitzicht te geven, wilde men er in 1946 een klokkentorentje opzetten, maar dit voorstel werd niet uitgevoerd. In 1953 werd het klokje naar de kapel overgebracht, waar het de mensen van Heide samenriep.

Sint-Servaaskapel - achterkant

OUDE BEDEVAARTPLAATS

De omgeving van de kapel telt thans nog weinig echte heidegrond. Door de noeste arbeid van vele boerengeslachten, bekwam men er een vruchtbare bovenlaag, in de schaduwrijke stroken van de bossen van Perk, Elewijt en Hever. Vanuit die dorpen kwamen eertijds telkenjare processies op bedetocht naar de kapel van de Heide.

Oudere mensen weten nog te vertellen dat de twee herbergen, die het gehucht indertijd rijk was, dan volgepropt zaten met mensen. De uithangborden 'In den Posthoorn' en 'In 't Groene Veld' verdwenen echter rond 1928, toen deze drankgelegenheden hun deuren sloten.

Eeuwenlang hoorde het tot de geplogenheden van de pelgrims, dat zij driemaal rond de kapel moesten wandelen, biddend om de kwade koorts van een zieke te laten wegnemen. Daarenboven bonden zij een lintje van de onderkleding van de patiënt aan de tralies van de kapeldeur. Dat gebruik werd in 1950 voor het laatst opgemerkt.

Uit een oud notitieboek van koster Joannes Quisthoudt, bijgehouden vanaf 1783, vernamen we dat op het feest van de heilige door deze kerkdienaar met een bel buiten de kapel werd rondgegaan, om de omstaanders te melden dat de mis ging beginnen. De man had dan echter al een heel karweitje achter de rug, dat hij in volgend sappig taaltje beschrijft:
" 's Avonds voor St.-Servatius moet ik sien dat de kerck gewassen is en den troon van S. Serva-tius uijt setten en S. Servaes kleede ende stockken inden troon en de schoetel daerop den autaer, de antepene met die gouden ganoen op, die altijd de beste geweest is en den casuyvel daer ook van. Ts avonds beijaerden, nief keirsen op den autaer en is het saeken alsdat de keirs van S. Servaes niet gemaekt is op den feestdag, dan moet ik twee klijn kandelaers voor op den troon setten met elckeen keirs op en die onder de mis in brant doen".

"Op St. Servaes dag woord de vroghe mis gedaen in de capel van S Servaes die woord geson-gen, die is gebeurt ten seven uren en dan moet ik ten ses uren den eersten keerluijden en op de half-ier in luijden, gelijk voor een ander mis, niet tincken als met de groote bel, als men gaet bellen dat dient voor het tincken nu, ik moet sorgen van eer men aengaen, van alle ornamenten gereet te hebben, wat den priester noeijdig heeft om mis te doen, want in de capel en is niet als de antepene daer en sijn geen dwelen, geen een spier lijnwaert en is er, soo ik moet sien van alles te hebben, tabellen en alles want daer en is niet".

In 1953 kreeg de pastoor van Berg de toelating van het bisdom om elke zondag 2 missen te laten opdragen. Sedertdien kwam er veel volk naartoe, ook uit de Tuilstraat (Elewijt) en de Langestraat (Kampenhout).

Wegens het groeiend aantal landbouwbedrijven op deze uithoek van het grondgebied, werd er naderhand naar een nieuwe kapel uitgezien, groot 11 m op 9 m. Ze werd gebouwd aan de overzijde van de Kampenhoutsebaan en bood zitgelegenheid voor 125 kerkgangers. Ze werd op 18 augustus 1963 door Mgr. Schoenmaeckers ingewijd. De nieuwe kapel werd echter begin 2000 gedesaffecteerd, werd verkocht en werd een privaat woonhuis.

Nu de bedevaarten naar de kapel op de Heide definitief tot het verleden behoren, verminderde in dezelfde mate ook de opbrengst van de offerblok. Daarom werd hier van de vroegere 'kerkmis' naar een plaatselijke kermis overgeschakeld, die jarenlang rond Half-Oogst plaatsgreep, ten voordele van het onderhoud van de nieuwe kapel.

RESTAURATIE SINT-SERVAASKAPEL

Het uitzicht van de Sint-Servaaskapel op de Bergse Heide spreekt duidelijke taal inzake de bouwstijlen en de gebruikte materialen. Het gedeelte van rond 1500, in grijze zandsteen van de streek, is voorzien van steekboogvormige ramen. In 1735 werd de bidkapel vergroot mits herbruik van zandsteen, voortkomend van afbraak van de westergevel, voor de plint, de toegangspoort met hoefijzerboog bovenaan en voor de 'nieuwe' vensters. Nieuwbouw in baksteen.

'Bouwen in Vlaanderen' typeerde het bedeoord in 1975 in volgende bewoordingen: 'Bergheide - St.-Servatiuskapel - Op de tweesprong van de Mechelseweg en de Kampenhoutsebaan, een kleine kapel, die sedert ca. 10 jaar buiten gebruik is en met voortschrijdend verval bedreigd wordt. Huidige toestand resulterend van een aanpassing in 17de-18de eeuw, doch vermoedelijk met oude oorsprong. Rechthoekig gebouwtje van twee traveeën met driezijdige sluiting, afgedekt met een flauw hellend zadeldak (leien). Zandsteenbouw met baksteenmetselwerk voor de bovenbouw van de westgevel en van de eerste travee.

Zandstenen deur met posten van negblokken met driehoekige neutjes in de kwartholle neg, een dunne gestrekte latei van arduin, bekroond met zandstenen hoefijzerboog. Kleine getraliede steekboogvenstertjes, met gebroken ruiten aan de noordkant. Invallend plafond'.
Commentaar overbodig! Vanaf 1976 werd de opbrengst van de jaarlijkse feesten bestemd voor de herstelling van het dak. Sinds jaren stond er ook 100.000 fr. ingeschreven op de gemeentebegroting, maar de herstelling bleef uit tot in 1979, toen enkele parochianen de zaak ter harte namen. Een ploeg van 25 vrijwilligers, onder leiding van Maurits Poels (die voor vervoer en bouwmaterialen instond), hadden de klus reeds na 4 maanden geklaard.

In sommige dorpen werd rond de patroonheilige een legende geweven, zodat hij na een bepaalde tijd een bekendheid verwierf als weldoener of genezer, waardoor de parochiekerk tot bedevaartsoord promoveerde. Ook in Kampenhout heeft men verscheidene bedevaartsplaatsen ter ere van een heilige. Minder bekend is de bedevaartsplaats op de Bergse Heide. Op de Bergse Heide heeft men zo'n heilige die er ooit doorgetrokken zou zijn, nl. Sint-Servaas (+ Maastricht, einde 4de eeuw), een heilige uit het land der Perzen, de eerste bekende bisschop in de Nederlanden. Hoewel Servatius' bisdom (Tongeren, het later bisdom Luik) niet tot Berg reikte, beweren de omwoners dat Sint-Servaas de kapel op de Bergse Heide bezocht heeft. Hoe dit verhaal ontstaan is blijft een grote vraag, maar het resultaat hiervan is dat op het einde van de 19de eeuw mensen die hoge koorts hadden naar Berg "op béwegen (bedevaart)" kwamen. Ter plaatse sneed men een stukje kant uit de rok van de echtgenote of uit een ander linnen strookje en dit bond men aan de poort van de kapel. De omwoners beweerden in sommige periodes de poort niet meer te zien door de bonte versiering. Tot 1980 hingen er af en toe lintjes aan de poort. Het geloof in Sint-Servaas was dus toen nog zeer levendig.

Sint-Servaaskapel (Berg Heide)

Sint-Servaaskapel op de Bergse Heide aan het kruispunt van de Sint-Servaasstraat en de Kampenhoutsebaan. Volgens twee bronnen van de 15de eeuw (tussen 1433 en 1444) zijn we bereid aan te nemen dat er reeds een soort verering ontstaan was op de tweesprong Sint-Servaasstraat - Kampenhoutsestraat. Een Romeinse trekbaan die kwam vanuit Elewijt en zo richting Aarschot of Leuven ging.

In het archief van het vroegere Onze Lieve Vrouwgasthuis van Mechelen vindt men een document terug dat gedateerd is op 2 december 1433 en waarin sprake is van een stuk land "sitam in prochia de berge, prope spinam dictam sinter faes doeren" ( letterlijke vertaling : gelegen onder de parochie van Berg, nabij een doornlaar genoemd sinter faes doeren).

Ook in de schenkingsakte van Godevaert vander Wilghen en Katherine Voets gedateerd op 3 maart 1444, wordt "7 dachm. lants neve sinte servaes dome" overgemaakt aan het klooster van Muizen.

De inhuldiging van de nieuwe kapel, betekende echter het begin het verval van de oude Sint-Servaaskapel. Een verval dat in 1979 een halt werd toegeroepen door een groep van 25 enthousiaste omwonenden van de kapel, die gratis het opknapwerk verrichten. Het dak werd verwijderd en vernieuwd, het gebinte incluis, ramen en deuren vervangen en alles werd terug ingevoegd.

Processie

Eeuwenlang hoorde het tot de geplogenheden van de pelgrims, dat zij driemaal rond de kapel moesten wandelen, biddend om de kwade koorts van een zieke te laten wegnemen. Daarenboven bonden zij een lintje van de onderkleding van de patiënt aan de tralies van de kapeldeur. Dit gebruik werd tot vóór enkele jaren nog opgemerkt.

Op 19 augustus 1979 trok er wegens de inhuldiging van de restauratie weer eens een eigentijdse processie naar de Bergse Heide: ruiters te paard, oude processievaandels, uitbeelding van het verleden van de kapel door lokale verenigingen, oude processiemarsen door Koninklijke Fanfare 'De Toonkunst' en lichtdragers met flambeeuwen vóór het H. Sacrament. Pastoor Cuyt uit Berg en zijn collega Jos Dehaes uit Diegem-Lo gingen voor tijdens een plechtige eucharistieviering, opgeluisterd door het St.-Ceciliakoor.

In 2015 was er een grondige restauratie die zich opdrong, zodat een volledige vernieuwde Sint-Servaaskapel werd in orde gezet voor de komende 100 jaar.

Op 13 mei 2015 droeg pater Jan in het gezelschap van een 40-tal gelovigen terug de jaarlijkse Sint-Servaasviering op.

De steen die boven de deur is ingemetseld zal dienen aangepast te worden met 2015 (restauratie) vermits er nu maar drie kenmerkende jaartallen: 1500 (opbouw), 1735 (verbouwing en vergroting), 1979 (restauratie) op vermeld worden.


[ terug naar vorige pagina ]
logo Campenholt
© 2010-2024
Heemkring Campenholt - Kampenhout
Consulteer onze Copyright voorschriften.
website heemkring:www.campenholt.be
contact heemkring: info@campenholt.be

Bestand:
pagina laatst bijgewerkt op: 06-04-2018
webmaster: webmaster@campenholt.be