Geboren te Kampenhout op 15 mei 1879 als zoon van Petrus Josephus Casteels (geboren in Kampenhout op 5 januari 1840) en van Catharina Philomena Peeters (eveneens geboren in Kampenhout op 24 augustus 1848). Zij woonden in de Bukenstraat n° 12 (Wilder) in Kampenhout. Hij huwde in 1899 met Maria Theresia Cnops (geboren te Kampenhout op 17 juni 1874 en dochter van Philippus Cnops en van Joanna Catharina Croon). Na zijn huwelijk verhuisde hij naar de Grote Baan n° 98 te Wespelaar. Ze kregen 6 kinderen. Hij overleed op 81-jarige leeftijd op 23 februari 1961 te Wespelaar, waar hij ook begraven werd.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1899.
Na de mobilisatie van 1 augustus 1914 werd hij op 5 augustus 1914 als Soldaat Tweede Klasse ingelijfd bij het 3^de Regiment Jagers te Voet, die gekazerneerd waren in de kazerne te Kontich. In februari 1915 werd hij bevorderd tot korporaal en ging hij over naar de hulptroepen van het 16^de C^ie van de Genie. In 1917 vinden wij hem terug bij de hulptroepen van de 2^de C^ie van de Genie in Saint-Omer, Frankrijk en in 1918 bij de hulptroepen van de 70^ste C^ie van de Genie. Vanuit de 70^ste C^ie van de Genie demobiliseerde hij op 1 februari 1919.

Hij werd bedacht met het Oorlogskruis met palm, de Zege- en Herinneringsmedaille, de IJzermedaille, het Oorlogskruis, het Kruis als ridder in de Orde van Leopold II en het Kruis als ridder in de Kroonorde en 4 frontstrepen.