Geboren te Buken op 14 augustus 1880 als zoon van Joannes Baptista Heremans en van Maria Angelina Ermens. Hij huwde op 1 mei 1907 met Petronella Tobback (geboren in Kampenhout op 9 september 1880 en daar overleden op 12 maart 1960). Zij was de dochter van Petrus Josephus Tobback en van Barbara Van Gysel. August woonde samen met hun vier zonen in de Oude Hagestraat nº 2 te Kampenhout-Relst. In de jaren ´50 verhuisden ze naar de Stokstraat nº 70. August overleed te Kampenhout-Relst op 17 januari 1955 op 74-jarige leeftijd. Hij werd begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Relst.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1900.
Hij werd tijdens de mobilisatie terug opgeroepen om zich in de kazerne te Mechelen aan te bieden op 1 augustus 1914 als soldaat Tweede Klasse bij het 1^ste Regiment Grenadiers. Op 10 oktober 1914 werd hij gevangengenomen en als gevangene weggevoerd naar het interneringskamp in Zeist in Nederland. Hij werd gerepatrieerd op 20 november 1918 en werd meteen toegevoegd bij het 2^de bataljon BRI in Kapellen, om vanuit deze eenheid te demobiliseren op 31 januari 1919.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille.

Het Kamp van Zeist is een militair terrein gelegen aan de rand van het Nederlandse dorp Soesterberg in de provincie Utrecht. Het kamp werd in 1804 aangelegd door Franse en Bataafse troepen, gedurende de Franse tijd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden in de directe nabijheid van het kamp ruim 12.000 gevluchte Belgische militairen geïnterneerd.