Geboren te Berg op 27 mei 1892 als zoon van Petrus Paeps en Paulina De Wilder. Zij woonden in de Broekstraat 7 te Berg. Hij huwde op 13 augustus 1921 met Elisabeth Gijsen (afkomstig van Hees in Limburg) en ging wonen in de Van Reethstraat nº 15 te Merksem. Later verhuisden ze naar de Kluisstraat 184 (nu Kluizenveldstraat) in Merksem. Ze hadden drie kinderen (Florent, Pauline en Pierre). Op 2 oktober 1920 werd hij douanier bij de bureau van Douane en Accijnzen. Hij overleed te Merksem op 8 augustus 1971.

Hij kwam zich als vrijwilliger op 24 augustus 1914 melden voor actieve dienst in het Belgisch Leger. Na de gebruikelijke geplogendheden werd hem een treinticket bezorgd met als bestemming opleidingskamp Auvours in Frankrijk. Na een intense opleiding werd hij op 24 maart 1915 ingelijfd als soldaat Tweede Klasse bij het 1^ste Regiment Jagers te Voet. Hij bleef bij deze eenheid tot 29 september 1918 toen hij even moest ondersteuning bieden bij de telegrafie-eenheid van de 3^de leger Divisie, om vanaf 2 oktober terug te keren naar het 1^ste Regiment van Jagers te Voet. De dag na de wapenstilstand werd hij dringend opgenomen in het militair hospitaal te Antwerpen voor de verzorging van een longziekte, die hij had opgelopen tijdens de oorlog. Hij demobiliseerde via zijn eenheid (1^ste Regiment Jagers te Voet) op 19 augustus 1919.

Hij werd bedacht met het Oorlogskruis met palm, de Zege- en Herinneringsmedaille en de Vrijwilligersmedaille, het Kruis in de Orde van Leopold II met zwaarden, Ridder in de Kroonorde met gouden palmen, houder van vuurkaart en 7 frontstrepen.