Geboren te Kampenhout op 27 maart 1882. Hij was gehuwd met Seraphine Caroline Van Steenweghen, geboren op 26 september 1885 (keukenmeid). Hij was vader van 1 kind en woonde te Kampenhout-Relst.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1902.
Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij ingelijfd als soldaat Tweede Klasse bij het 2^de Karabiniers Regiment dat toegevoegd was aan het Fort van Walem. Na de val van het fort werd hij op 16 oktober 1914 toegevoegd aan de werkerstroepen van de Genie te Calais. Vandaar werd hij op 25 december 1914 teruggestuurd naar het Front in de Westhoek om te dienen bij het 56^ste en 45^ste C^ie van de werkerstroepen van de Genie, die streden rond Poperinge en Reninge. Op 6 september 1915 vertrok hij terug naar Frankrijk en nu welbepaald naar het Militair Instituut voor de opvang van oorlogsinvaliden en weeskinderen te Port-Villez aan de Seine, vanwaar hij ook demobiliseerde op 31 januari 1919.

Na de oorlog kreeg hij de Zege- en Herinneringsmedaille, de oorlogsmedaille en 6 frontstrepen.