Geboren te Kampenhout op 6 juni 1876 als zoon van Corneel Ferdinand Verstraeten en Joanna Maria Verdoodt. Hij woonde op de Haachtsesteenweg nº 135 te Schaarbeek samen met zijn kind en vrouw Maria Rosalia Wauters (geboren te Kampenhout op 15 augustus 1882 als dochter van Eduardus Wauters en Philippina Vanhooff). Hij overleed op 11 augustus 1940 te Kampenhout.

Hij was beroepsmilitair (bakker) in de Militaire School in Etterbeek.
Bij het uitbreken van de oorlog en tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij toegevoegd aan het militair administratief depot in Antwerpen om op 15 oktober 1914 te worden gedetacheerd door de majoor directeur van het depot te Antwerpen naar het centrale depot te Zeebrugge, waar hij gezien zijn ouderdom (38 j) het leger mocht verlaten en huiswaarts keren. Het begrip administratie is behoorlijk ruim opgevat, deze dienst omvat eveneens de gezondheidsdienst, bakker- & beenhouwerijen, conservenfabriek, foerage, bloemmolens enz.

De dagelijkse rantsoenen brood voor het Belgische leger werden initieel in grote bakkerijen te Antwerpen, Mechelen, Gent, Brussel, Vilvoorde, Leuven, Luik en Namen gebakken. Na de invasie werden de meeste bakkerijen in het binnenland na midden augustus 1914 noodgedwongen gesloten, waardoor Antwerpen als bevoorradingsbasis van de intendance de hoofdproducent werd. Doordat Antwerpen niet voldoende kon produceren om het hele Belgische leger van brood te voorzien, had deze basis op dat moment hulp nodig van burgerlijke bakkerijen. Na de val van Antwerpen werden in en rondom Brugge en Nieuwpoort verschillende burgerlijke bakkerijen ingeschakeld om de productie verder te zetten, waarna deze vervolgens naar de nieuwe bevoorradingsbasis in Calais werd verplaatst.