Geboren te Kampenhout op 21 augustus 1883 als zoon van Eduardus Wauters en van Philippina Vanhoof. Hij huwde te Winksele op 19 november 1908 met Maria Catharina Verhoeven (geboren te Winksele op 18 januari 1880). Zij hadden samen één zoon, Julius. Maria Catharina was de dochter van Antonius Verhoeven en van Catharina Lefever. Calixtus huwde in Brussel voor een tweede keer op 16 februari 1924 met Eugenia Plummers (geboren in 1887). Calixtus woonde samen met Eugenia en hun twee kinderen in de Kortenberglaan nº 89 te Brussel.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1906.
Hij werd tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 ingedeeld als soldaat Tweede Klasse bij het 1^ste Regiment Jagers te Voet. Op 9 augustus 1914 werd hij gevangengenomen en afgevoerd naar een krijgsgevangenkamp in Duitsland. Naar welk kamp hij gedeporteerd werd vermeld zijn militair dossier niet. Na de wapenstilstand werd hij gerepatrieerd naar het centrum voor Oud-Militairen in Leisele en later overgeheveld naar Etterbeek. Hij demobiliseerde via de administratieve troepen op 15 mei 1919. Op 1 mei 1922 tekende hij voor een periode van twintig jaar bij het leger als militair-werkman in de categorie van de niet gespecialiseerde dagloners. Op 25 augustus 1941 ging hij als militair werkman werken bij het Winterhulpcomité te Brussel en dit tot zijn pensionering op 1 oktober 1943.

Na de oorlog bedacht het Ministerie van Landsverdediging hem met de Zege- en Herinneringsmedaille van de oorlog 14-18 en 1 gevangenisstreep.