Geboren te Mechelen op 1 november 1883 als zoon van Jan Frans Alfons Withof (geboren te Mechelen rond 1855) en van Anna Catharina Gooskens (geboren te Mechelen rond 1854). Hij woonde in de Stuivenbergvaart 24 te Mechelen. Van beroep was hij meubelmaker. Na de oorlog en na zijn huwelijk met Francisca De Wit verhuisde hij naar de Kruisstraat 8 te Berg. In 1952 huwde hij voor een tweede keer. Na het voltrekken van dat huwelijk ging hij met zijn tweede vrouw, Alice Marie Cecile Glorieux (geboren te Verviers) op 21 november 1906 wonen in de De Croixlaan 8 te Berg. Zij kregen nog een dochter, Denise Lisette (geboren op 31 augustus 1946), die later met haar moeder/weduwe in de Leuvensebaan 72 te Berg is gaan wonen. Eugeen is in 1970 overleden.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1903.
Bij de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij als soldaat Tweede Klasse toegevoegd bij het 3^de Regiment Jagers te Voet. Op 3 juni 1915 werd hij op zijn aanvraag overgeheveld van het 3^de Regiment Jagers te Voet naar het 3^de Linie Regiment. Hij streed met het 3^de Linie Regiment o.m. in Diksmuide en Pervijze. Op 5 april 1917 stuurde men hem naar centrum voor Oud-Militiaren in Dieppe als lesgever, die 'herscholing' diende te geven aan de 'op rust gestuurde' soldaten, een opdracht die hij ook vervulde bij de centra in Criel-sur-Mer (vanaf 3 december 1917) en in Honfleur (vanaf 8 januari 1918). Op 23 maart ging hij over naar de hulptroepen van het vliegwezen waar hij op 28 maart 1918 werd bevorderd tot sergeant. Hij demobiliseerde op 1 april 1919.

Na de oorlog bedacht het Ministerie van Oorlog hem met de Zege- en Herinneringsmedaille, het Oorlogskruis met palm, de Strijder-Vrijwilligersmedaille 1914-1918, Ridder in de Kroonorde met palmen, was houder van de vuurkaart 2714, het Kruis van Ridder in de Orde van Leopold II met palmen en 8 frontstrepen.