Geboren te Nederokkerzeel op 7 september 1880 als zoon van Aloïs Simeon en van Petronella Paulina Peeters (geboren in Leuven op 5 augustus 1845). Zijn moeder woonde in 1914 in Schaarbeek (Hermansstraat nº 33). Hij was vrachtvervoerder van beroep en was ongehuwd.

August Simeon werd door de Duitsers doodgeschoten in het Duistbos te Steenokkerzeel op 20 augustus 1914. Op dezelfde dag werden te Wambeek onder Steenokkerzeel nog drie mannen door de Duitsers doodgeschoten. Het Duistbosch lag niet zo veraf van Wambeek. De moeder van August Simeon, Petronella Paulina Peeters, vroeg oorlogsschade voor het verlies van haar zoon. Ze vroeg een jaarlijkse rente van 800 fr. Haar dochter Petronella Simeon, geboren te Steenokkerzeel 6 mei 1866 en weduwe van Jean De Rees, vertegenwoordigde haar voor de Rechtbank van Oorlogsschade van Brussel. Op 16 juni 1920 kreeg ze van de rechtbank een jaarlijkse rente van 300 fr toegekend, maar niet de gevraagde 800 fr.

Oorlogsdagboeken van Pastoor Clicteur:

donderdag 20 augustus 1914.

"Het Duitsch leger begint door Campenhout te trekken. Vele vluchtelingen van Aerschot en omstreken trekken hier binnen en voorbij. Vele Campenhoutenaren nemen de vlucht. Een deel Duitschers komen hier vernachten, 's Avonds worden alle mannen vergaderd in eene zaal om te vernachten. De Heeren Burgemeester, V. Bellinghen en R. Liekens moeten 's anderendaags blijven als gijzelaars. Twee Campenhoutenaren, Frans Verstraeten en Henri De Coster worden doodgeschoten in de Duist (Wambeke, Steenockerzeel)."

Clicteur sprak van twee mannen, maar door de moeder van August weten we dat er op 20 augustus 1914 in het Duistbos drie slachtoffers vielen. Het derde burgerslachtoffer dat toen door de Duitsers werd doodgeschoten was August Simeon.