ProjectenWO 1 |
Geboren op 14 oktober 1887 te Kampenhout als zoon van Rumoldus Cauwenberghs (geboren in Kampenhout op 7 januari 1854) en Maria Josepha Verbist (geboren te Berg op 16 november 1860). Hij was gehuwd met Joanna Souffriau en woonde in de Karel Meertstraat 33 te Schaarbeek. Na de oorlog verhuisde zijn weduwe naar de Hoevestraat 53A te Sint-Joost-Ten-Node.
Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1907.
Tijdens de mobilisatie van 1 augustus 1914 werd hij als soldaat Tweede Klasse ingedeeld bij de 3de Cie van het 22ste Linie Regiment. Hij sneuvelde voor het vaderland op 18 augustus 1914 te Sint-Margriete-Houtem. Zijn graf bevindt zich op de militaire begraafplaats aan de Wijngaardstraat te Sint Margriete-Houtem (Graf nº 185).
Postuum werd door het Ministerie van Landsverdediging aan zijn weduwe de Zege - en Herinneringsmedaille en het Kruis in de Orde van Leopold II toegestuurd.
De Belgische troepen moesten op 18 augustus 1914, tijdens de gevechten bij Sint-Margriete-Houtem en Grimde (nu een deel van Tienen), afrekenen met allerlei tegenslagen. Dat lag niet alleen aan het gebrek aan training bij de manschappen, maar ook aan de bewapening en de voorbereiding op het terrein. Er waren onvoldoende mitrailleurs, kanonnen en vliegtuigverkenning. De Duitsers hadden wel genoeg verkenningsvliegtuigjes en hun piloten kregen bijna vrij spel, want om munitie te besparen en de posities geheim te houden, gold aan Belgische kant een schietverbod. Ook de verdediging was zwak uitgebouwd. Op sommige plaatsen hadden de Belgische soldaten bijna geen beschutting. Het 22ste Linieregiment betaalde daarvoor met zo'n 300 doden een zware prijs.