Geboren te Buken op 13 april 1885 als zoon van Guilielmus Van den Houdt (geboren te Leuven) en van Maria Theresia Vrijdaghs (geboren te Buken). In 1939 woonde hij in de Nonnenstraat n° 44 te Mechelen en was hij gehuwd met Maria Albertina (Bertha) Mareels (geboren te Mechelen op 19 mei 1883). Hij was vader van één kind. Na de oorlog baatte zijn vrouw een herberg uit op de Vismarkt te Mechelen.

Hij was milicien in de lichting van 1905 en werd tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 als soldaat Tweede Klasse toegevoegd aan het 5^de Linie Regiment. Op 11 oktober 1914 werd hij krijgsgevangene gemaakt en meteen weggebracht naar een krijgsgevangenenkamp in Hulst, Nederland. Hij verklaarde het zelf : "Binnengekomen in het kamp te Holland in Hulst met de officieren aan het hoofd" (commandant Schillain van het 1^ste bataljon van de 4^de compagnie van het 5^de Linie Regiment). Hij werd gerepatrieerd op 18 december naar België en toegevoegd aan het GPC (Grand Parc de Campagne), de bevoorradingstroepen, van waar hij demobiliseerde op 1 mei 1919.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille.