Geboren te Noduwez op 10 oktober 1893 als zoon van Gregoire Ferdinand Joseph Ramoisiaux en van Marie Thérèse Laroche.

Hij kwam tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 het leger versterken als leerling-luitenant en werd als onderofficier ingedeeld bij het 14^de Linie Regiment. Bij de Tweede Uitval van het Belgisch leger vanuit Antwerpen werd hij naar de frontlijn gestuurd die zich bevond ter hoogte van Kampenhout-Sas. Heldhaftig sneuvelde hij tijdens deze slag op 12 september 1914 aan het Sas van Over-de-Vaart (Kampenhout-Sas).
Hij werd eerst begraven op het militaire kerkhof in Wespelaar om op 28 januari 1921 te worden herbegraven op het gemeentelijk kerkhof van Noduwez, een deelgemeente van Orp-Jauche in Waals-Brabant.

Na de oorlog kregen de familieleden postuum van het Ministerie van Landsverdediging de volgende eretekens toegestuurd : het Kruis van Ridder in de Orde van Leopold II, het Oorlogskruis en de Zege- en Herinneringsmedaille. Zijn broer Joseph nam de honneurs waar.