Geboren te Buken op 29 november 1879 als zoon van Hendricus Behets (geboren op 27 juli 1840 te Buken en overleden te Veltem-Beisem op 11 januari 1907) en van Theresia Lambrechts (geboren op 7 november 1837 te Veltem-Beisem als dochter van Jacobus Lambrechts en Barbara Van Landeweyck). Franciscus was gehuwd met Paulina Vander Berg en samen woonden ze in de Rue Jean Jaurès nº 50 in Dampremy, een deelgemeente van Charleroi. Na de dood van zijn vrouw verhuisde Franciscus naar de Rue de la Chapelle nº 6 in Dampremy.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1900.
Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij als vrijwilliger met premie en als soldaat Tweede Klasse toegevoegd aan de Vestingtroepen Antwerpen. Hij was gekazerneerd bij de 18^de Batterij in het Fort van Merksem. Na de val van het Fort (het werd tot ontploffing gebracht) vluchtten de soldaten van de 18^de batterij naar Nederland. In Zandvliet werden ze op 9 oktober 1914 om 20 uur 's avonds gevangengenomen en werden ze meteen naar het interneringskamp in Assen in Nederland afgevoerd. Na Assen volgde steeds een kort verblijf in de interneringskampen Oldenbroek, Heerlen en Zeist om dan uiteindelijk in Harderwijk aan te komen. Hij werd terug naar België gerepatrieerd op 5 december 1918 met het bevel zich aan te melden bij de 8^ste C^ie van het B.R.I. (Bataillon de Renfort et d'Instruction). Van daaruit demobiliseerde hij op 1 februari 1919.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille en één frontstreep.