ProjectenWO 1 |
Geboren te Kampenhout op 15 oktober 1885 als zoon van Guilielmus Benoye (geboren op 4 december 1846 in Kampenhout) en van Anna Catharina Uuts (geboren op 27 maart 1852 in Mechelen, gehuwd in 1880 in Kampenhout). Zij woonden in de Poststraat 20 in Sint-Joost-Ten-Node. Petrus was een werknemer bij een bakkerij en hij was gehuwd met Victorine Sonck. Samen woonden ze in de Paul Jansonstraat 19 in Neder-over-Heembeek.
Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1905.
Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij toegevoegd als soldaat Tweede Klasse bij het 8ste Linie Regiment. Maar bij een laatste medische controle werd hij al op 2 augustus 1914 al terug naar huis gestuurd wegens 'ongeschikt'. Via het statuut Speciaal Contingent 1915 kwam hij via Nederland op 5 mei 1915 terecht bij het bureau van rekrutering in Vlissingen. Na een korte opleiding in Auvours, Frankrijk werd hij op 17 juli 1915 toegevoegd aan de 24ste Cie van hulptroepen van de Genie. Maar op 22 juni 1916 deserteerde hij. Na een rondzwerving van enkele maanden doorheen Frankrijk, werd hij opgepakt en een militaire rechtbank veroordeelde hem tot 2 jaar opsluiting en tot 2 jaar opname in een psychologische instelling. Maar op 5 december 1916 kreeg hij opschorting van straf en werd hij op 19 januari 1917 gerehabiliteerd. Hij moest vervolgens terug een militaire opleiding volgen, zodat hij op 7 juli 1917 kon aansluiten bij het 8ste Linie Regiment. Op 10 oktober 1918 werd hij gekwetst in Staden, bij Roeselare en op 11 oktober 1918 werd hij overgebracht naar het Militair Hospitaal 'La Porte de Gravelinnes' in Calais. Op 27 oktober 1918 werd hij voor verzorging doorgestuurd naar een Militair Hospitaal in Mortain, in Normandië waar een Belgisch Militair Hospitaal werd ingericht in een vleugel van de lokale abdij, l'Abbaye Blanche. Op 3 mei 1919 werd hij geëvacueerd naar het Militair Hospitaal in Neder-over-Heembeek. Hij demobiliseerde op 10 juni 1919 vanuit het Centrum voor Oud-Militairen te Brussel.
Na de oorlog bedacht het Ministerie van Landsverdediging hem met de Zege- en Herinneringsmedaille.