Geboren te Kampenhout op 27 februari 1886 als zoon van Louis Beullens en Rosine Françoise De Coster. Hij woonde in de Vlogaertstraat nº 46 te Sint-Gillis en was schoenmaker van beroep. Hij was gehuwd met Adele Verstraeten en vader van 1 kind.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1906.
Op 1 augustus 1914 ging hij het leger in als korporaal-brigadier bij het 1^ste Regiment Karabiniers. Op 23 oktober 1914 werd hij gekwetst en afgevoerd naar Calais waar een boot hem naar een hospitaal in Cosham (Engeland) verscheepte. Op 12 december 1914 verliet hij het hospitaal en op 15 februari vervoegde hij zich bij het 3^de Regiment Karabiniers. Op 11 april 1915 geraakte hij terug gewond en werd toen afgevoerd naar een hospitaal in Saint-Malo dat hij op 15 juni 1915 mocht verlaten. Op 21 december 1916 kwam hij terug bij het 3^de Regiment Karabiniers tot 6 december 1917 toen hij gevraagd werd als lesgever bij het algemeen opleidingscentrum van de artillerie in Criel-sur-Mer en Auvours (Fr.). Op 2 april 1918 mocht hij het krijtje in het bakje leggen en werd hij toegevoegd aan het 18^de Artillerie Regiment. Op 27 juli 1918 kwam hij terecht in een regen van obussen en liep heel wat verwondingen op aan schouder, dij en linker arm. Hij werd afgevoerd naar veldhospitaal Océan in Vinkem waar hij herstelde tot na het oorlogseinde.

Hij werd bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille en het IJzerkruis.