Geboren te Kampenhout op 15 maart 1882. Hij woonde aan de Haachtsesteenweg n° 56-58 te Kampenhout-Relst. Na de oorlog verhuisde hij samen met zijn drie kinderen en vrouw naar de Haachtsesteenweg n° 494 te Schaarbeek. Hij was gehuwd met Maria Regina Casteels.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1903.
Hij werd tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 ingedeeld als vrijwilliger met premie en als soldaat Tweede Klasse bij de 6^de Kustbatterij in het Fort St-Marie in Kallo. Op 10 oktober 1914 werd hij krijgsgevangen genomen en meteen op transport gezet naar het kamp te Zeist in Nederland. Later werd hij verplaatst naar het kamp in Harderwijk. Hij werd gerepatrieerd op 12 december 1918 en toegevoegd aan de Universitaire en hulptroepen in de kazerne van het 1^ste Grenadiers Regiment om op 1 april 1919 het leger te verlaten.

In vredestijd werd hem de Zege- en Herinneringsmedaille door het Ministerie van Landsverdediging toegekend.