Geboren te Kampenhout op 3 augustus 1888 als zoon van Jan Albert Boels en van Petronella Somers. Hij woonde op de Aarschotsebaan 135 te Kampenhout-Relst. Hij huwde na de oorlog met Clothildis Maria Goossens (dochter van Engelbert Alfons Goossens en Joanna Maria Volkaerts) geboren in Kampenhout-Relst op 18 januari 1899 en er overleden op 26 januari 1976). Leopold overleed op 21 december 1967 in Kampenhout.

Via het Speciale Contingent 1967 ging hij zich op 27 juni 1916 als vrijwilliger aangeven bij het Belgisch leger dat toen rekruteerde vanuit Engeland en Frankrijk (Le Havre). Na medische controle werd hij als soldaat-chauffeur toegevoegd aan het Vervoerskorps, dat gekazerneerd was bij het Grand Parc d'Automobiles de Reserve in Calais (als onderafdeling van het grote automobieldepot in Vincennes). Hij heeft deelgenomen aan de gevechten te Merkem, Stadenberg, Westrozebeke en aan de aanval op het vertakkingskanaal van de Leie. In de maand augustus van 1917 werd hij in de sector Diksmuide gekwetst en werd hij meteen overgebracht naar hospital L'Océan te De Panne, waar hij de rest van oorlog zal verblijven. Hij demobiliseerde op 26 augustus 1919 via het Vervoerskorps van de 3^de Legerdivisie.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Oolog bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille en kreeg hij 3 frontstrepen achter zijn naam.