ProjectenWO 1 |
Geboren te Berg op 16 maart 1887 als zoon van Franciscus Xaverius Ceuppens en van Elisabeth Opdebeeck. Hij huwde een eerste keer met Clemence Cobbaert en samen woonden ze met hun dochter in de Charles Meertstraat in Schaarbeek. Na de Tweede Wereldoorlog huwde hij voor een tweede keer en nu met Maria Verheyden. Vanaf 1947 woonden ze in de Boondaalsesteenweg n° 567 in Elsene. Jacobus (Jacques) was arbeider bij de Belgische spoorwegen.
Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1905.
Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij als soldaat Tweede Klasse ingedeeld bij de Motorrijders van het Transportkorps van de 5de Leger Divisie. Op 9 december 1917 werd hij overgeplaatst naar het G.P.A.R (Grand Parc Automobile de Réserve). Op 11 januari 1918 werd hij toegevoegd aan het transportkorps van het 14de Artillerie Regiment. Een gasaanval op 18 maart 1918 rond 16 uur te Reigersvliet zorgde ervoor dat hij werd opgenomen in het Militaire Hospitaal L'Océan in De Panne, dat hij een maand later weer kon verlaten. Op 18 juli 1918 werd hij bevorderd tot brigadier. Net voor de Wapenstilstand op 24 oktober 1918 werd hij bij het grote eindoffensief in Zomergem nogmaals ten gevolge van een gasaanval (luchtwegen en bronchitis) opgenomen in het militair hospitaal van Guemps, een gemeente in het Franse departement Pas-de-Calais in het arrondissement Sint-Omaars. Na zijn verzorging werd hij op 17 december 1918 toegevoegd als motorijder bij het 4de Regiment Jagers te Voet. Hij demobiliseerde vanuit het vervoerskorps van de 3de Leger Divisie, dat gekazerneerd was in Luik op 29 mei 1919.
Na de oorlog bedacht het Ministerie van Landsverdediging hem met de Zege- en Herinneringsmedaille, het Oorlogskruis, Het IJzerkruis, het Kruis als ridder in de Orde van Leopold II met zwaarden , Ridder in de Kroonorde met zwaarden en 8 frontstrepen en één kwetsuurstreep. Na de oorlog werd hij voor 30% oorlogsinvalide verklaard.