ProjectenWO 1 |
Geboren in Nederokkerzeel op 1 maart 1875 als zoon van Theophilus Ferdinandus Chanoine en van Maria Constantia De Roeck. Hij was gehuwd met Theresia-Adelaïde Van Ael. Ze woonden samen met hun enig kind in de Villegasstraat nº 30 in Berchem.
Hij deed zijn militaire dienstplicht bij het 6de Linie Regiment als milicien van de lichting 1892.
Hij tekende voor 8 jaar, één maand en 21 dagen als beroepsvrijwilliger in het Belgische leger. Na 1900 tekende hij ieder jaar bij tot aan zijn pensionering in de jaren dertig. Op 23 augustus werd hij bevorderd tot korporaal. Op 5 april 1894 werd hij bevorderd tot sergeant en nadien op 14 januari 1896 tot sergeant-foerier. Zeventien maanden later op 15 mei 1897 werd hij opnieuw bevorderd tot sergeant-majoor. Zijn vrijwillige dienst bij het leger bleef hij verder uitoefenen waarna hij opnieuw werd bevorderd in de klasse 'onderofficieren' als 1ste sergeant-majoor met de bevoegdheid van 'Stafsecretaris'. Zijn laatste bevordering ontving hij op 16 maart 1914 als adjudant met de bevoegdheden van 'stafsecretaris' en 'archivaris'. In deze hoedanigheid werd hij toegevoegd tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 bij de Vestingtroepen Antwerpen. Op 14 oktober, na de val van Antwerpen, werd hij overgeheveld naar de administratieve diensten van het Belgisch leger in Calais en dit tot het einde van de oorlog. Hij keerde terug naar de 3de Cie van de administratie in Antwerpen op 20 december 1919, om vanaf 17 november 1920 deel uit te maken van de Militaire School van de Infanterie in het Kamp van Beverlo.
Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille, het Kruis als ridder in de Orde van Leopold II, Ridder in de Kroonorde, de Militaire Medaille Eerste Klasse en 4 frontstrepen.