Geboren te Kampenhout op 15 mei 1885 als zoon van Frederic Joseph Coosemans en van Maria Paulina Winnepenninckx. Hij woonde aan de Geilroedestraat n° 3 te Kampenhout. Hij huwde met Maria Paulina Casteels (geboren te Kampenhout op 16 augustus 1882 en overleden aldaar op 18 februari 1969). Zij hadden samen drie kinderen. Hij overleed te Kampenhout op 1 juni 1945.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1905.
Bij de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij ingedeeld als vrijwilliger met premie en als soldaat Tweede Klasse bij het 1^ste Genie Regiment. Op een aantal dagen na van 9 april 1916 tot 5 mei 1916, werd hij ter versterking opgeroepen bij de 107^ste Batterij om dan op 6 mei 1916 terug te worden overgeplaatst naar het 1^ste Genie Regiment waar hij tot het einde van de oorlog bleef. Hij demobiliseerde op 1 februari 1919 vanuit het 18^de Bataljon van de 2^de C^ie van het 1^ste Genie.

Na de oorlog kreeg hij van het Ministerie van Landsverdediging de Zege- en Herinneringsmedaille, de Medaille van de strijder-vrijwilliger 1914-1918, het Oorlogskruis, het Kruis als Ridder in de Orde van Leopold II, was houder van de Vuurkaart en kreeg 8 frontstrepen achter zijn naam.