Geboren te Berg op 17 november 1885 als zoon van Joannes Franciscus Custers (geboren te Berg op 29 juni 1856) en van Anna Maria Paulina Smets (geboren te Tildonk op 4 maart 1858 als dochter van Ludivicus Smets en Catharina Massant). Ludovicus woonde in de Karel Meertstraat 24 te Schaarbeek. Hij huwde met Isabella Ceuppens en verhuisde na zijn huwelijk naar de Paviljoenstraat 70 te Schaarbeek. In 1951 vermeldde het bevolkingsregister dat hij met vrouw en één kind woonde in de Sander Pierronstraat 14 in Schaarbeek. Ludovicus had nog een jongere broer die onder de wapens was geroepen, Gerardus Custers.
Zijn dossier is eveneens te raadplegen op onze website.

Ludovicus deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1906.
Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 ging hij het leger in als oorlogsvrijwilliger met premie en als soldaat Tweede Klasse. Hij werd ingedeeld bij de 1^ste C^ie van het 12^de Linie Regiment. Na te hebben deelgenomen aan de gevechten bij Visé en Herstal kwam hij via Antwerpen op 16 oktober 1914 terecht in Diksmuide waar hij in gevecht ging met het Duitse XXII^de Korps. Op 5 april 1915 sprak Koning Albert de woorden "Ik heb het 12^de Linie Regiment gekozen om er mijn zoon in te laten opleiden, omdat dit regiment zich door zijn dapperheid heeft onderscheiden". Op 17 april 1918 stond Ludovicus op wacht in de sector Merkem en in de laatste dagen van de oorlog oogstte hij roem in Schaapbalie, Stadenberg, Roeselare en Lendelede. Hij demobiliseerde op 3 april 1919 via 1^ste C^ie van het 12^de Linie Regiment.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille, de Medaille van de IJzer, de Medaille van Militaire Tweede Klasse, de Medaille van de stad Luik, het Oorlogskruis met palm en 8 frontstrepen.