ProjectenWO 1 |
Geboren te Kampenhout op 20 maart 1894 als zoon van Victor De Coninck (geboren op 13 april 1858) en van Sophia Wyns (geboren op 27 november 1858). Zij woonden in de Kerkstraat n° 6 te Kampenhout. Emile was schilder van beroep. Na de oorlog emigreerde Emile definitief naar Canada en op 19 februari 1935 huwde hij daar in Saint-Raymond, Noéma Déry. Ze kregen acht kinderen. Emile overleed in Saint-Raymond (Canada) op 17 oktober 1954.
Emile wilde zijn drie broers achterna, die reeds dienst hadden genomen in het Belgische leger en meldde zich als vrijwilliger op 23 september 1914 voor dienst als soldaat Tweede Klasse. Na een opleiding in het opleidingskamp Auvours in Frankrijk diende hij zich op 16 november 1915 aan te melden bij de 3de Cie van het 9de Artillerie Regiment. Hij demobiliseerde als wachtmeester op 7 oktober 1919 via de 3de Cie van het 3de Artillerie Regiment. Dit regiment omvatte granaatwerpers van het type mortieren Van Deuren. Voor de bediening van deze granaatwerpers diende men eerst een opleiding te gaan volgen in de Belgische 'vuurwerkschool' in Granville (dept Manche). Ook Emile volgde deze opleiding van 1 tot 15 november 1915.
Na de oorlog werd hij bedacht met de Zege-en Herinneringsmedaille, het oorlogskruis en Medaille Oorlogsvrijwilliger 1914-1918, houder van de vuurkaart en 6 frontstrepen.
Zowel Joseph (1896), Emmanuel (1889), Paul (1886) als Emile kwamen zonder ongelukken en gezond en wel uit de gruwelen van de oorlog.
In de loopgrachten werd een nieuwe artillerie geboren: de loopgravenartillerie. Het werd de artillerie die met krombaanvuur op een effectieve wijze in de loopgrachten van de tegenstrever kon schieten. Deze mortieren zijn gekend onder de benaming 'Mortier Van Deuren'. 'Mortier Lance-grenades Delattre' en de mortier 75 mm. Schneider.