ProjectenWO 1 |
Geboren te Kampenhout op 18 juni 1886 als zoon van Victor De Coninck (geboren op 13 april 1858) en van Sophia Wyns (geboren op 27 november 1858). Zij woonden in de Kerkstraat nº 6 te Kampenhout. Paul huwde met Bertha Maria Van Der Plaetsen (geboren in Kampenhout). Paul overleed er op 9 juni 1978. Samen kregen ze drie dochters (Andrea, Maria-Theresia, Ursula) en één zoon (Roger).
Bij zijn militaire dienstplicht van de lichting 1904, schreef hij zich in als beroepsvrijwilliger.
Hij was gekazerneerd in Leopoldsburg. Na zes jaar trouwe dienst in het leger, werd hem de mogelijkheid geboden om zijn geluk te gaan beproeven in Canada. In 1910 scheepte hij in richting Québec (Canada) en stapte daar het boerenleven in, tot hij in 1914 een oproeping kreeg om zijn land te komen dienen. Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij als onderofficier toegevoegd aan het 1ste Regiment Karabiniers-Wielrijders. Hij vocht mee in de Slag der Zilveren Helmen in Halen, de Slag om Antwerpen, de Slag aan de IJzer en in de loopgrachtenoorlog in de sector Reigersvliet (Stuivekenskerke) waar hij meermaals te maken kreeg met een gifgasaanval. In oktober 1918 brak het grote overwinningsoffensief aan en in de achtervolging konden de Karabiniers-Wielrijders opnieuw hun rol opnemen van wielrijderstroep. Op 16 oktober 1918, als voorwacht van de cavaleriedivisie bemachtigden zij een mitrailleurnest ten noorden van Lichtervelde en werden er heel wat Duitse soldaten gevangengenomen. Van dan af gaat het in volle snelheid door de gewesten.
Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille, het IJzerkruis, het Oorlogskruis 1914-1918, het kruis als Ridder Orde van Leopold II en 8 frontstrepen.
Na de oorlog keerde hij samen met zijn broer Emile - die ook in 1914-1918 in actieve dienst was, terug naar Canada. Paul ging er werken bij de Belgo-Canada Pulp Company in Shawinigan in de Provincie Québec. Emile bouwde zijn leven verder uit in Canada, terwijl Paul op 19 juni 1932 samen met zijn vrouw en drie kinderen (Ursula werd in Kampenhout geboren) terugkeerde naar België.