Geboren in Nederokkerzeel op 25 januari 1883 als zoon van Guillielmus De Coster en Philippina Paulina Imbrechts. Hij was gehuwd, 1,60 meter groot, was mijnwerker en woonde in Chatelineau.

Hij was van de lichting 1903 en deed zijn dienstplicht vanaf 12 oktober 1903.
Hij werd op 1 augustus 1914 als soldaat Tweede Klasse ingedeeld bij het 8^ste Linie Regiment. Hij werd gekwetst op 13 augustus 1914 in Embresin (provincie Namen), waar hij dan krijgsgevangen werd genomen. Hij werd op 11 november 1918 gerepatrieerd om via het 'Depôt des Invalides de la Guerre' op 4 mei 1919 te worden gedemobiliseerd. Gans de oorlogstijd heeft hij enorme last gehad van een fractuur aan de linkerschouder en zijn sleutelbeen.

Hij werd bedacht met de Zege- en Overwinningsmedaille, De Oorlogsmedaille 1914-1918, het Oorlogskruis en was vuurkruiser.