Geboren te Berg op 9 november 1883 als zoon van Petrus Joannes De Coster en Anna Theresia Carolina Verryt. Ludovicus huwde op 29 december 1909 te Elewijt met Barbara Joanna Maria Van Calster (geboren te Elewijt op 17 juli 1886 en overleden te Elewijt op 11 maart 1953). Zij was de dochter van Carolus Josephus van Calster en Catharina Amelia van Campenhout. Van beroep was Ludovicus koopman van runderen en landbouwer. Hij woonde aan de Mossendriesstraat in Elewijt. Hij overleed in Elewijt op 30 november 1961.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1903.
Hij werd toen opgeleid bij de Vestingtroepen Antwerpen. Maar tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij ingedeeld als soldaat Tweede Klasse bij het 2^de Vervoerkorps. Op 10 oktober 1914, toen Antwerpen viel, vluchtte hij richting Nederland en werd hij aan de Belgisch-Nederlandse grens opgepakt. Na zijn legeruniform te hebben verwisseld met een gevangenisplunje werd hij meteen doorgevoerd naar het interneringskamp in Harderwijk in Nederland. Op 1 december 1918 werd hij gerepatrieerd en ingedeeld bij het Centrum voor Oud-Militairen in Leisele, van waaruit hij demobiliseerde op 1 april 1919.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsvedediging toch bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille.