Geboren te Boortmeerbeek op 24 juli 1884 als zoon van Waltherius De Greef en van Petronella Vanhalle. Zij woonden in de Geilroedestraat nº 19 te Kampenhout. Hij huwde met Maria Livina Vandermeiren en ging vanaf 1909 wonen in de Tritsstraat nº 2 te Kampenhout. Hij overleed te Kampenhout op 13 januari 1965.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1910.
Hij werd tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 opgeroepen als soldaat Tweede Klasse en ingedeeld bij het 1^ste Regiment Karabiniers. Het regiment was verbonden aan de Vestingtroepen van de forten rond Luik. Na de val van de forten werd hij op 15 oktober 1914 op transport gezet naar Calais. Op 20 december werd hij even tewerkgesteld in het depot van de Genie in Wissant, een Franse gemeente in het arrondissement Boulogne-sur-Mer van het departement Pas-de-Calais. Op 24 december 1914 werd hij overgeplaatst naar de 62^ste C^ie van de werktroepen van de Genie in de sector Veurne en Fortem, waar hij bleef tot aan het einde van het zinloos krijgsgeweld. Hij demobiliseerde op 15 april 1919 vanuit het 11^de Regiment van het hulptroepen van de Genie, dat zich toen in Mönchengladbach bevond.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille, de Medaille van de Vrijwilliger-Strijder 1914-1918, het Oorlogskruis met palm en 8 frontstrepen.