Geboren te Kampenhout op 19 juni 1892. Hij woonde in de Zeypestraat nº 10 in Kampenhout. Hij was gehuwd met Virginia Louisa Van Steenweghen (geboren in Kampenhout op 23 maart 1892), waarmee hij één dochter had, Hilda. Hij is te Kampenhout op 19 juni 1970 overleden.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1912.
Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij ingelijfd als trompetter bij het 1^ste Regiment Karabiniers-Wielrijders. Op 9 oktober 1917 werd hij gekwetst en gehospitaliseerd tot 9 april 1918. Vanaf 10 april 1918 tot 18 april 1918 ging hij even op rust in het kamp Auvours. Het kamp van Auvours is gelegen in Frankrijk in de gemeente Champagné, departement Sarthe, twaalf kilometer ten oosten van Le Mans. Na zijn recuperatieperiode kon hij op 19 april 1918 terugkeren naar zijn eenheid en dit tot aan zijn demobilisatie op 31 januari 1919.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille, het IJzerkruis, het Oorlogskruis 1914-1918, het kruis als Ridder Orde van Leopold II met zwaarden, Medaille Tweede Klasse, houder van de vuurkaart, Ridder in de Kroonorde met zwaarden en 8 frontstrepen.

Julien Doms behoorde tot de groep van de 'Zwarte Duivels'. Vertrokken vanuit Vilvoorde op 3 augustus 1914 op de tonen van vaderlandse liederen snelden de Karabiniers-Wielrijders van de 4^de augustus de vijand tegemoet, overal de weg versperrende aan de Duitse cavalerie - zij toonden een zodanige juistheid in hun schieten en een zodanige vurigheid in de jacht op de Duitse Ulanen, dat de vijand hen vanaf de tiende augustus de naam geeft van 'De Zwarte Duivels'.
De karabiniers-wielrijders hadden een plooifiets die ze op de rug konden dragen en waren dus net als de ruiters mobiel. De wielrijders beschikten ook over een sectie machinegeweren, vaak gemonteerd op wagentjes en getrokken door honden. De verouderd Maxim en de modernere 'Hotchkiss' machinegeweren waren geduchte wapens.