Geboren te Kampenhout op 17 maart 1874. Hij woonde in de Dorpstraat n° 62 in Kampenhout.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1908.
Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij als vrijwilliger met premie en als soldaat Tweede Klasse toegevoegd aan het 2^de Regiment van de Genietroepen. Hij werd ingedeeld bij de Pionniers-Pontonniers.
(De Genie omvatte 6 divisiebataljons (= 1 per divisie), 1 compagnie pionniers-pontonniers-wielrijders voor de Cavaleriedivisie, Vestingeenheden en bijzondere compagnies zoals: spoorwegen, telegrafisten, vliegeniers, ballonvaarders en torpedisten).
Op zijn vraag werd hij op 15 maart 1915 overgeheveld als brancardier verbonden aan het militair hospitaal Porte de Gravelines in Calais. Net voor het einde van de oorlog werd hij op 23 april 1918 overgeplaatst naar de centrale medische depot in Le Havre. Hij demobiliseerde vanuit de administratietroepen Antwerpen op 26 augustus 1919.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille, het Oorlogskruis en 4 frontstrepen.