ProjectenWO 1 |
Geboren te Kampenhout op 26 september 1891 als zoon van Carolus Huens (1862-1945) en van Maria Josephina Landeloos (1868-1939). Hij huwde na de oorlog op 24 januari 1923 in Kampenhout met Maria Christina Tobback (geboren te Kampenhout op 29 juni 1893 en overleden te Herent op 3 april 1969). Zij werd evenals Cornelius begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Kampenhout-Relst. Maria Christina was de dochter van Joannes Augustinus Tobback (1866-1933) en van Maria-Josepha Van Meldert (1869-1935). Cornelius (Nele) woonde samen met zijn vrouw en hun drie zonen, Karel, August en Jozef in de Aarschotsebaan 104 in Kampenhout-Relst. Later verhuisde hij naar nummer 72 van dezelfde straat. Hij overleed te Kampenhout-Relst op 10 september 1960 op 68-jarige leeftijd.
Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1911
Bij de mobilisatie van 1 augustus 1914 werd hij in het Belgisch leger ingedeeld als soldaat Tweede Klasse bij het 5de Regiment Lanciers te Mechelen. Op 6 maart 1918 werd hij bij Reigersvliet door de Duitsers krijgsgevangen genomen maar op gevaar voor zijn leven kon hij ontsnappen en terugkeren naar zijn eenheid. Bij zijn terugkeer kon hij aan zijn commandant heel juiste inlichtingen verschaffen aangaande 'de opstelling en de sterkte van de tegenoverliggende Duitsers'. Door de grote oorlogsontberingen liep hij een ziekte op die hem zijn verder leven parten bleef spelen, vandaar dat hij na de oorlog de status kreeg van Oudstrijder-Oorlogsinvalide 1914-1918.
Na de oorlog bedacht het Ministerie van Landsverdediging hem met de Overwinnings- en Herinneringsmedaille, de IJzermedaille, het Kruis van Ridder in de Orde van Leopold II met zwaarden, het Kruis van de Kroonorde met zwaard, het Militaire Ereteken 2de Klasse, het Oorlogskruis, was houder van de vuurkaart en hij ontving 8 frontstrepen.