Geboren te Kampenhout op 17 juni 1883 als zoon van Josephus Imbrechts en van Anna Maria Coleta Vercammen. Hij was gehuwd met Paulina De Becker, 23 jaar en huishoudster. Ze woonden in de Aarschotsebaan nº 27 te Kampenhout-Relst. Later verhuisde hij naar Dorp nº 69 te Wespelaar.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1903.
Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 kwam hij als soldaat Tweede Klasse terecht bij het 2^de Regiment Jagers te Voet. Op 16 februari 1915 werd hij gekwetst aan de IJzer en werd gedurende vijf weken verzorgd in het militaire hospitaal La Porte de Gravelines in Calais. Na zijn ontslag werd hij doorgestuurd naar het opleidingskamp in Ruchard, gelegen in de buurt van Villers-les-Rochers in het departement Indre-et-Loire, waar hij verder revalideerde. Op 16 juni 1916 werd hij overgeplaats naar de marinebasis in Saint-Nazaire in het departement Loire-Atlantique ten westen van Frankrijk. Op 21 juni 1916 scheepte hij in als kok op de 'Lydie', op 20 januari 1917 was hij aan boord van de 'Bellgrano' op 1 september 1917 was hij op de 'Andorinha' om op 16 oktober 1917 van boord te gaan in de opslagplaatsen van Calais. Op 3 maart 1918 scheepte hij terug in op de 'Pervijse' en daar bleef hij dienst doen tot met de Wapenstilstand in november 1918. Hij demobiliseerde vanuit het Maritiem Depot te Oostende op 31 januari 1919.

Hij werd na de oorlog bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille, het Oorlogskruis en met 6 frontstrepen i.p.v. 8, omdat zijn periode op de SS Bellgrano en de SS Andorinha niet in aanmerking kwam voor een frontstreep. De schepen voeren voor de geallieerden en niet alleen voor België. Naast de Belgische eretekens ontving hij van Groot-Brittannië, het British War Medal Ribbon, de Mercantile Marine Medal Ribbon, het British War Medal en de Mercantile Marine Medal.

Na de Tweede Wereldoorlog kreeg hij officieel de status van Politieke Gevangene. Hij werd in Wespelaar als lid van het Belgisch Partisanenleger aangehouden en gevangengezet in de gevangenis van Sint-Gillis van 4 juli 1944 tot 3 september 1944, hetzij in totaal 62 dagen.