Geboren te Berg op 24 februari 1886. Hij woonde op het Lemmeke in Berg, op de grens met Steenokkerzeel. Hij was gehuwd met Joanna Francisca (Françoise) Maes. Ze hadden samen twee kinderen. Petrus overleed te Berg op 30 mei 1969.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting van 1906.
Bij de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij als soldaat Tweede Klasse ingedeeld bij het 8^ste Linie Regiment. Op 24 augustus 1914 werd hij in Namen krijgsgevangene gemaakt terwijl hij daar werd verzorgd in het militair hospitaal. Tijdens de belegering van Namen had hij zijn hand verpletterd toen hij bij het afdalen van een trap een paar treden miste en viel. Hij werd meteen getransporteerd naar het kamp Hameln (tussen Bielefeld en Hannover, Duitsland). Van 30 augustus 1914 tot 30 juni 1915 was hij geïnterneerd in het kamp van Soltau bij Hannover om vanaf 1 juli 1915 geplaatst te worden in het kamp Lichtenhorst in Neustadt-am-Rübenberge ten noorden van Hannover, waar hij bij de plaatselijke landbouwers verplicht werd tewerkgesteld.

Op 16 januari 1919 werd hij gerepatrieerd en werd ingekwartierd bij het Centrum voor oud-militairen. Hij werd gedemobiliseerd op 1 mei 1919.

Hij werd bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille.