Geboren te Kampenhout op 14 november 1880 als zoon van Joannes Medardus Joostens (geboren in 1840) en van Philippina Van Der Meiren (geboren in 1842). Petrus huwde op 4 december 1907 te Berg met Christina Van Boxel, geboren te Berg op 3 september 1880 als dochter van Augustinus van Boxel (geboren in 1838) en van Petronella van Noeyen (geboren in 1841). Petrus en Christina woonden in de Aarschotsebaan in Kampenhout-Relst. Petrus was melkboer. Hij overleed in Kampenhout op 11 september 1967.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1900 en werd tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 ingedeeld bij de 2^de C^ie van het 1^ste Regiment Grenadiers. Net na de val van Antwerpen op 10 oktober 1914 werd hij op 13 oktober 1914 aan de Belgisch-Nederlandse grens door de Nederlandse politie, gevangen genomen en meteen overgebracht naar het interneringskamp in Harderwijk. Hij werd gerepatrieerd direct na de Wapenstilstand op 12 november 1918 en toegevoegd aan de 2^de C^ie van het 'Bataillon de Renfort et d´Instruction'. Het B.R.I was een opleidingskamp dat tijdens de oorlog dienst deed om bij korporaals, onderofficieren en officieren van de Infanterie, Genie en de specialisaties van de Infanterie hun kennis op een hoger niveau te tillen. Tegen het einde van de oorlog werd het een opvangcentrum voor oud-militairen. Hij demobiliseerde vanuit het BRI op 1 februari 1919.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging bedacht de Zege- en Herinneringsmedaille.