Geboren te Berg op 12 februari 1879. Hij woonde samen met zijn vrouw in de Dinantstraat nº 8 in Brussel. Na de oorlog ging hij werken als vrachtwagenbestuurder bij Thurn en Taxis in de Havenlaan te Brussel.

Via het Speciaal Contingent van 1916 kwam hij zich op 23 november 1916 bij het rekruteringsbureau in Le Havre aanmelden om als vrijwilliger te worden ingeschreven voor actieve dienst in het Belgische leger. Na zijn inschrijving en medische controle werd hij meteen doorgestuurd naar het Belgisch opleidingskamp in het Franse Auvours (in de nabijheid van de stad Le Mans in het departement Sarthe). Naast het grootse opleidingskamp van het Belgisch Leger was Kamp Auvours ook het opleidingscentrum van de Hulptroepen van de Genie, de eenheid die op het inschrijvingsdocument bij David was vermeld. Op 27 juli 1918 werd David op verlof zonder soldij geplaatst en diende hij zich te begeven naar Le Havre. Op 1 januari 1919 werd hij dan vrijgesteld wegens reform (wat ongeschikt betekend) en huiswaarts gestuurd.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging alleen bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille. Omdat volgens zijn ontslagrapport "hij nooit het opleidingskamp heeft verlaten om een eenheid aan het front te vervoegen wat betekende dat hij geen aanspraak kon maken op frontstrepen of andere eretekens".