Geboren te Kampenhout op 26 januari 1893. Hij woonde langs de Haachtsesteenweg aan Kampenhout-Sas. Na de oorlog oefende hij het beroep uit van sassenier.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1913.
Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij toegevoegd als ruiter Tweede Klasse aan het 2^de Regiment Gidsen. Na de oorlog werd hij voor 60% oorlogsinvalide verklaard wegens longtuberculose opgelopen ten gevolge van onderkoeling. Hij demobiliseerde op 30 september 1919 vanuit de 3^de eskadron an het 2^de Regiment Gidsen.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Oorlog bedacht met de Zege-en Herinneringsmedaille, het Oorlogskruis met palm, het IJzerkruis met palm, houder van de Vuurkaart 150/34, het kruis als ridder in de Kroonorde, het Kruis in de Orde van Leopold II en 8 frontstrepen.