Geboren te Kampenhout op 28 maart 1882. Hij woonde te Kampenhout-Relst in de Aarschotsebaan n° 5. Hij was gehuwd met Celestina Van Langendonck, huishoudster en samen hadden ze drie kinderen. Hij overleed in Kampenhout op 22 december 1950.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1902.
Hij werd bij de mobilisatie op 1 augustus 1914 ingelijfd als soldaat Tweede Klasse bij het 11^de Linie Regiment. Bij de belegering van Antwerpen werd hij op 9 oktober 1914 krijgsgevangen gemaakt te Antwerpen en werd meteen op transport gezet naar het krijgsgevangenenkamp Sennelager bij Paderborn in Duitsland. Hij werd gerepatrieerd op 11 november 1918 en werd toegevoegd aan het centrum voor oudgedienden in Leysele vanwaar hij ook demobiliseerde op 31 januari 1919.

Louis vertelt wanneer hij werd gevangen genomen : "Ik werd eerst ingezet in Luik, maar toen Luik viel moesten we ons terugtrekken naar de vesting Antwerpen en vandaar ging het enige tijd later naar Dendermonde. Op 4 september 1914 werden we met onze compagnie teruggestuurd naar Antwerpen en meer bepaald naar Borsbeek. Daar hebben we de loopgraven verdedigd tot 8 oktober 1914 toen we werden afgelost door Engelse mariniers. Maar een dag later werd Antwerpen opgegeven en stonden we oog in oog met de Duitsers die niet twijfelden en ons krijgsgevangen namen".