ProjectenWO 1 |
Geboren te Kampenhout op 12 juli 1898 als zoon van Jan Frans Luysterborg en van Maria Paulina Parys. Hij woonde in de Dorpstraat nº 6 te Kampenhout. Hij huwde na de oorlog op 16 juli 1929 met Catharina Francisca Maria Marcelina Quisthoudt (geboren te Berg op 21 februari 1906 als dochter van Gustaaf Quisthoudt (1879-1914) en van Lucia De Wilder (1868-1942)). Zij overleed op 41 jarige leeftijd in Berg op 20 mei 1947. Zij hadden samen 3 zonen en 3 dochters. Edmond overleed te Berg op 9 oktober 1967. Hij was 69 jaar oud.
Hij wilde als vrijwilliger al op vrij jonge leeftijd het leger in. Bij zijn aanmelding op 7 oktober 1918 was hij amper 19 jaar en was nog student. Meteen na de medische controle en inschrijving werd hij voor opleiding naar Auvours, een opleidingskamp in gelegen in de Franse gemeente Champagné, departement Sarthe, 12 km ten oosten van Le Mans, gestuurd. Tijdens zijn opleiding kreeg hij een stek als vrijwilliger bij het 5de Regiment Jagers te Voet. Hij werd tot korporaal gepromoveerd op 30 oktober 1919. Demobiliseren deed hij veertien dagen later op 16 november 1919.
Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille en de medaille als vrijwilliger in de oorlog van 1914-1918.
In 1917 werden de soldaten opgeroepen per trimester waarin ze geboren werden, geboortejaar 1898; ook werd een oproep gedaan aan de Belgen die in de USA verbleven. Voordien (KB 21-07-1916 en 01-05-1917) was er reeds een oproep gedaan naar de Belgische mannen geboren na 30 juni 1876 en vóór 1 januari 1895 (vanaf 1917 geboren vóór 1 januari 1899) en verblijvende in de "vreemde", vooral neutrale landen en kolonies van Frankrijk en Groot-Brittannië, om zich in te schrijven. Op 20 februari 1918 verschijnt het KB waarin de jongens geboren in 1899 worden opgeroepen. Een ministerieel besluit van 20 mei 1918 roept dezelfde klasse op in Marokko, Egypte, Canada, Tunesië .... Op 1 november 1918 werden alle Belgische mannen opgeroepen geboren tussen 1879 en 1899.
De lichting 1919 bestond voor een deel uit de klassen 14-18 die nog niet onder de wapens waren geroep. Het leger was nog steeds op oorlogsvoet en de Rijnbezetting eiste ook de nodige mankracht op.