ProjectenWO 1 |
Geboren te Berg op 21 juni 1885 als zoon van Jacobus Mommens (geboren te Berg op 22 januari 1855) en van Virginia De Coninck (eveneens geboren te Berg op 30 oktober 1856), zij was de dochter van Eduardus De Coninck en van Maria Josepha Paeps. Joannes woonde samen met zijn vrouw, Theresia Peeters en hun twee kinderen op de Haachtsesteenweg nº 527 te Schaarbeek.
Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1905.
Tijdens de mobilisatie van 1 augustus 1914 werd hij ingelijfd bij het 1ste Linie Regiment. Enkele maanden nadien, op 15 oktober 1914, werd hij overgeheveld naar het Vervoerskorps dat gekazerneerd was te Calais, Frankrijk. Daar werd hij wegens artikel 205 van de mobilisatiewet op 27 oktober 1914 naar huis gestuurd. Op 20 augustus 1916 werd deze ongeschiktheid terug herzien en werd hij terug opgeroepen om zich te melden in het rekruteringsbureau in Calais. Na zijn herinschrijving werd hij op 3 september 1916 naar het opleidingskamp van Le Ruchard gestuurd voor zijn nodige opleiding en medische controle. Deze controle bevestigde zijn ongeschiktheid voor veldwerk. Een beslissing die officieel werd meegedeeld op 8 september 1916. Na een aantal maanden van verveling en afwachten, werd hij op 25 december 1916 overgebracht naar het Belgisch Militair Hospitaal in Saint-Jean-Cap-Ferrat, een gemeente in het Franse departement Alpes-Maritimes in het arrondissement Nice. Op 21 april 1918 werd daar nogmaals zijn totale ongeschiktheid voor actieve dienst bevestigd en werd hij huiswaarts gestuurd.
Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdediging bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille en de Oorlogsmedaille 1914-1918 en één kwetsuurstreep.