Geboren te Kampenhout op 13 mei 1885 als zoon van Livinus Pasteels en Barbara Ludovica Beullens. Hij huwde op 9 september 1909 te Elewijt met Joanna Catharina De Coster (geboren te Mechelen op 21 februari 1885 als dochter van Ludovicus De Coster en van Maria Rosalia Sermeus). Hij woonde met zijn vrouw Joanna Catharina en hun drie kinderen in de Vinnestraat n° 10 te Elewijt.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1906.
Tijdens de mobilisatie van 1 augustus 1914 werd hij als soldaat Tweede Klasse toegevoegd aan het 1^ste Artillerie Regiment bij de 10^de Gemengde Brigade. Na de val van Antwerpen op 10 oktober 1914 wilde hij vluchten naar Nederland maar bij de Belgisch-Nederlandse grens werd hij gevangen genomen en meteen doorgesluisd naar het interneringskamp Harderwijk. Hij werd naar België gerepatrieerd op 25 december 1918 waar hij zich diende aan te melden bij het Centrum voor Oud-Militairen in Brussel. Hij demobiliseerde vanuit de C^ie van de veldspoorwegen te Mechelen op 15 mei 1919.

Na de oorlog werd hij bedacht door het Ministerie van Landsverdediging met de Zege- en Herinneringsmedaille.