Geboren te Moen op 1 februari 1860 als zoon van Eugéne Santens en Paulina Libbrecht. Hij huwde met Louisa Thirion, huishoudster en woonde samen met vrouw en twee kinderen in de Statiestraat nº 253 te Sint-Pieters-Leeuw.

Op 13 maart 1887 werd hij tijdens zijn militaire dienstplicht toegevoegd bij het 1^ste Artillerie Regiment als rijkswachter te paard.
In deze functie engageerde hij zich op 1 augustus 1914 als vrijwilliger met premie en als wachtmeester Eerste Klasse om dienst te nemen bij de Gendarmerie (rijkswacht te paard). Hij demobiliseerde pas op 15 april 1920 (na een verblijf van 3 maanden in het militair hospitaal te Brussel) via het Korps van de Gendarmerie in de hoofdstad en werd op pensioen gezet op 1 januari 1921.

Na de oorlog kreeg van het Ministerie van Landsverdediging, de Zege- en Herinneringsmedaille, het Oorlogskruis met palm, ridder in de Orde van Leopold II met palmen en 6 frontstrepen.