Geboren te Kampenhout op 22 februari 1887 als zoon van Eduard Lodewijk Van Halle en Catharina Ludovica Vander Sypen. Hij was gehuwd met Maria Rosalia Van Housendonck (geboren op 30 september 1886). Hij woonde samen met zijn vrouw en twee kinderen in de Heidestraat te Weerde.

Hij kwam als vrijwilliger in het Belgische leger in de status van Speciale Contigent 1916. Hij bood zich aan op 5 oktober 1916 op het recruteringsbureau nummer 5 dat zich in het Engelse Bristol bevond. Daar werd hij goedgekeurd voor alle legerdivisies en werd meteen op 7 oktober 1916 voor een opleiding naar Auvours in Frankrijk gestuurd. Na een intense opleiding in het opleidingskamp werd hij op 7 februari 1917 toegevoegd aan de hulptroepen van het 4^de Linie Regiment. Na een periode van 8 maanden actieve dienst binnen het 4^de Linie Regiment werd hij op 18 oktober 1917 overgeplaatst naar de munitiefabrieken in de omgeving van Le Havre, meer bepaald te Gainneville. Na de wapenstilstand keerde hij terug naar het 4^de Linie Regiment van waaruit hij demobiliseerde op 19 augustus 1919.

Na de oorlog kreeg hij van het Ministerie van Landsverdediging de Zege- en Herinneringsmedaille van de oorlog 1914-1918. Hij kwam niet in aanmerking voor frontstrepen.