Geboren te Kampenhout op 30 juli 1885 als zoon van Joannes Antonius Vanhoof (1850-1921) en van Anna Maria Remon. Joannes was wever van beroep en woonde in Kampelaar. Petrus was gehuwd met Theresia De Krem (geboren op 10 oktober 1886 te Kampenhout en overleden in Herent op 20 juli 1966). Zij was de dochter van Petrus Joannes Dekrem en van Maria Cornelia Casteels. Petrus woonde met zijn vrouw en zijn twee zonen, Louis en Frans in de Geilroedeweg te Kampenhout.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1905.
Tijdens de mobilisatie op 1 augustus werd hij ingedeeld als soldaat Tweede Klasse bij het 8^ste Linie Regiment. Na de overgave van de forten van Namen werd hij tijdens de terugtrekking op 23 augustus 1914 gevangengenomen te Bioul (volgens zijn verklaring "met de wapens in de hand") en weggevoerd naar het krijgsgevangenkamp Soltau in de deelstaat Nedersaksen in Duitsland. Hij werd gerepatrieerd op 6 januari 1919 en overgebracht naar Centrum voor Oud-Militairen in Etterbeek van waaruit hij demobiliseerde op 1 mei 1919.

Na de oorlog werd hem door het Ministerie van Landsverdediging de Zege- en Herinneringsmedaille en één gevangenisstreep toegekend.