Geboren te Buken op 24 april 1882. Hij woonde in de Schoonstraat n° 14 te Kampenhout (Wilder). Hij huwde op 22 mei 1909 in Kampenhout met Philomena Maes (geboren te Kampenhout op 3 juni 1882 en overleden te Kampenhout-Relst op 6 maart 1946). Zij hadden samen 8 kinderen. Lodewijk overleed op 2 december 1946. Hij was eerst landbouwer met melkvee om vervolgens herbergier in de Bukenstraat (wat nu de Haachtstraat is), hij ging nadien werken als dokwerker te Antwerpen.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1902.
Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij toegevoegd als soldaat Eerste Klasse bij de 2^de C^ie van het 5^de Linie Regiment. Op 10 oktober werd hij gevangen genomen rondom het Fort van Kessel en weggevoerd via de grensovergang in Essen naar het interneringskamp te Harderwijk (Nederland). Hij werd gerepatrieerd op 9 december 1918. Hij demobiliseerde vanuit het Centrum voor Oud-Militairen te Brussel op 1 februari 1919.

Na de oorlog bedacht het Ministerie van Landsverdediging hem met de Zege- en Herinneringsmedaille.