Geboren te Kampenhout op 8 maart 1887 als zoon van Antonia Verstraeten (vader onbekend). Hij woonde op Geilroede n° 7 te Kampenhout. Huwde met Maria Juliana Le Roy op 29 augustus 1906 te Berg en had twee kinderen. Vanaf 11 maart 1950 woonde hij te Rijmenam op Wijk n° 4. Hij overleed te Kampenhout op 11 mei 1980 op 93-jarige leeftijd. Hij was lid van de Oudstrijdersbond Hever en Oorlogsinvaliden van Haacht.

Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1908.
Hij werd tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 als soldaat Tweede Klasse ingelijfd bij het 11^de Artillerie Regiment. Op 24 augustus 1915 werd hij eerst wegens een ziekte aan zijn ogen, opgedaan door de frontgevechten, opgenomen in het militair hospitaal van Saint-Lumaire (Ile et Vilaine) om vanaf 9 december 1915 te verblijven in het militair hospitaal in Rennes. Na dag op dag één jaar in het hospitaal te Rennes (Fr) te hebben verbleven werd hij op 25 augustus 1916 terug naar de 5^de C^ie van het 11^de Linie Regiment gestuurd. Van 29 april 1918 tot 30 mei 1918 deserteerde hij. Op het einde van de dag op 31 mei 1918 werd hij teruggevonden en opgehaald om vervolgens in het leger te blijven tot 31 januari 1919. Voor zijn maand 'uitstap' kreeg hij 28 dagen arrest, uitgesproken door de krijgsraad van de 3^de Legerdivisie. Hij werd hiervoor in ere hersteld op 9 december 1919.

Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsverdeding bedacht met de Zege- en Herinneringsmedaille en de Oorlogsmedaille 1914-1918 en 5 frontstrepen.