ProjectenWO 1 |
Geboren te Rillaar op 7 december 1886, als zoon van Gustavus Witvrouw(en) (geboren te Scherpenheuvel op 28 februari 1847 en overleden te Rillaar op 25 juli 1928) en van Maria Angelina Gemin (geboren te Rillaar op 2 mei 1848 en aldaar overleden op 25 december 1904). Zij was de dochter van Josephus Gemin en van Catharina Theresia Nijs. Richard was vóór het uitbreken van de oorlog onderwijzer te Kampenhout. Hij betrok een huis in de Dorpsstraat 94 in Kampenhout-Centrum. Na de oorlog huwde hij op 4 september 1933 met Augusta Brants (geboren te Kampenhout op 17 mei 1898 en overleden in het Sint-Mariaziekenhuis te Halle op 10 maart 1982 op 83-jarige leeftijd). Richard overleed te Kampenhout op 1 september 1938.
Hij deed zijn militaire dienstplicht als milicien van de lichting 1906.
Tijdens de mobilisatie op 1 augustus 1914 werd hij toegevoegd als soldaat-brancadier Tweede Klasse bij het Ziekenkorps van de 4de Legerdivisie. Hij kweet zich plichtsbewust van zijn opgelegde taken van 1 september 1914 tot 20 oktober 1914 bij het 10de Linie Regiment. Bij de slag bij Stuyvekenskerke op 20 oktober 1914 werd hij gewond en werd hij overgebracht naar het Belgisch hulphospitaal in Carantan, een Franse gemeente in het departement Manche in de regio Normandië. Van 5 januari 1915 tot 29 januari 1915 vertrok hij naar het herstelcentrum van Querqueville, eveneens een Franse gemeente in het departement Manche in de regio Normandië. Van 29 januari 1915 tot 16 juni 1916 was hij patiënt in het herstelcentrum van Portbail, Normandië. Van 16 juni 1916 tot 28 juli 1916 werd hij opgenomen in het Jeanne d'Arc Hospitaal in Saint-Lô en herstelde hij van 28 juli 1916 tot 14 december 1916 in het sanatorium van Port-Bail. Na zijn herstelperiode werd hij onbekwaam verklaard voor velddienst en kon hij vanaf 14 december 1916 tot 18 februari 1917 aan de slag als ziekenverzorger in het Belgisch Militair Hospitaal in Saint-Lô. Van 18 februari 1917 tot 8 mei 1917 ging hij als versterking in de verpleeghulp werken in het Belgisch opleidingskamp van Ruchard, een opleidingskamp in de buurt van Villaines-les-Rochers in de Indre-et-Loire regio en daarna van 8 mei 1917 tot 23 mei 1917 in het Militair Hospitaal 'La Porte de Gravelines' in Calais. Op deze plaats verbleef hij tot aan zijn demobilisering op 31 januari 1919.
Na de oorlog werd hij door het Ministerie van Landsvedediging bedacht met de de Zege- en Herinneringsmedaille.