Akte van overlijden nr. 14 verschaft volgende details: "August De Greef, landbouwerswerkman, 17 jaar en 6 maanden, geboren te Merksem, wonende te Buken, gestorven 26 augustus om 12 uur te Buken, ongehuwd (zoon van Francis De Greef, die zelf op 22 december 1914 het overlijden van zijn zoon aangegeven heeft bij de burgerlijke stand, 43 jaar, fabriekwerker en Philippina Van den Broeck, 41 jaar, landbouwster, wonende te Buken)".

Frans De Greef was erbij. Hij getuigde later dat hij pater Vincent, August Goovaerts, August Heers en Cornelius Heers als ook zijn eigen zoon August De Greef heeft zien aanbrengen. Deze laatst aangehaalde personen werden in de kuil van de eerste zes genoemde personen begraven. In de kuil gaven nog enkele slachtoffers teken van leven. De aangestelde gevangenen weigerden deze verder te begraven, maar bedreigingen en kolfstoten verplichtten hen om de slachtoffers toch in de eerder gegraven kuilen te gooien. Het gekerm van de gewonden verstomde onder de aarde. Vader Frans De Greef was verplicht zijn eigen zoon, August De Greef te begraven 'onder doodsbedreiging zonder een troon van droefheid of aandoening te mogen laten'.