Geboren te Veltem-Beisem in 1894 en werd laffelijk door de Duitsers doodgeschoten op 25 augustus 1914.
"Men zag, onder andere, vader Engelbert Vander Borght met zijn twee zonen Frans en Prosper de armen opgeheven uit hun brandend huis vluchten; ze werden vastgegrepen en doodgeschoten." (parochiaal verslag 1919).

Zijn naam staat vermeld op de Heldenmuur in Buken.
De vrouw van de vader Engelbertus Vanderborght getuigde hierover in ballingsschap te Ardooie (21 september 1914) het volgende : De Duitsers hebben mijn man en de zeven kinderen uit het huis gejaagd, het dan in brand gestoken. Ik zag eens om naar mijne kinderen, doch ik kreeg ene geweldige slag kolfslag van het geweer dat ik omver vloog. Op straat hebben zij mijn man en twee zoons doodgeschoten. Zij hebben ons dan twee dagen gevangen genomen en in het veld moeten blijven bij de soldaten, doch ik heb niet mishandeld geweest.

Getuigenis van Theo Vande Velde

Op dinsdag heb ik ze zien doodschieten voor mijn huis, terwijl ik op 't veld gevangen zat, Vander Borght vader en 2 zonen, die uit hun huis gevlucht waren dat de Duitschen in brand staken. Mijn zoon, Karel, heeft de dooden moeten helpen in de gracht smijten.

De familie Vanderborght bestond uit negen personen (ouders en zeven kinderen). De familie werd het huis uitgejaagd, de straat op, waarna het in brand gestoken werd. Moeder Amelie Mathijs keek achterom naar haar kinderen, maar moest dit gebaar bekopen met een zware kolfslag van een geweer, zodat ze neerviel. Met de armen omhoog moesten ze de straat oplopen. Vader Vanderborght en zonen Prosper (23 jaar) en Frans (28 jaar) werden zonder enige reden doodgeschoten.

Twee jonge dochters, wilden zich ook redden, maar hoorden hun vader in een gracht om water roepen. Ze haastten zich naar hun vader, maar werden belemmerd door de Duitsers en bedreigd met de bajonet. Ondanks hun verzoekbeden, mochten de meisjes hun vader niet helpen en werden samengedreven op een veld, omringd door soldaten. De dag erna werd het lijk van Engelbert Vander Borght gezien op de plaats waar hij werd afgeslacht.