Geboren te Kampenhout op 1 oktober 1876 en overleden op 5 maart 1938 te Kampenhout. Na de oorlog kreeg hij het statuut van weggevoerde.
Hij woonde in de Dorpstraat te Kampenhout en was commandant bij de burgerwacht. Hij werd op 26 augustus 1914 door de Duitsers opgepakt en weggevoerd omdat hij op de lijst stond van de burgerwacht. Hij verbleef drie maanden in het kamp Munster, daarna iets meer dan 2 maanden in het kamp te Celle. Celle ligt in de Duitse deelstaat Nedersaksen aan de zuidrand van de Lüneburger Heide. Hij bleef in totaal 5 maanden en 5 dagen weg en kwam terug naar Kampenhout begin februari 1915.

In het oorlogsarchief is geen dossier meer aanwezig van Felix Brants.

Abel Lurkin schreef in zijn dagboekje tijdens gevangenschap in Celle :
"Tweemaal per week kwamen er een hoop schildwachten de omheining ingestormd, zoowel te Soltau als te Munster of te Celle, om er volk te halen voor de karweien. Karweien voor de ontginningen, karweien voor ´t bouwen van barakken, karweien voor de keuken - en eindelijk, de karweien voor de gemakken bijzonder voorbehouden aan de vrije beroepen. Ik heb de roerende heugenis bewaard van een vriendelijke professor bij de Faculteit van Rijsel, die gedurende zes maanden met een philosophisch gelaten glimlachje, eindeloos de wacht hield bij het voorhistorisch plaatsje".