ProjectenWO 1 |
Geboren te Kampenhout op 27 juli 1885. Hij woonde met zijn echtgenote Maria Anna Nathalia Mommens op de Kampelaar te Kampenhout. Hij werd opgepakt en weggevoerd omdat zijn naam was ingeschreven op de lijst van de burgerwacht.
Hij werd op 26 augustus 1914 tijdens de gevechten bij Kampenhout-Sas opgepakt en weggevoerd naar Duitsland. Hij verbleef 3 maanden in het krijgsgevangenenkamp Münster, daarna in het krijgsgevangenenkamp Celle. Hij bleef in totaal 5 maanden en 5 dagen in de krijgsgevangenenkampen in Duitsland en kwam terug naar Kampenhout begin februari 1915. Hij overleed te Kampenhout op 4 juni 1944.
De bestemmingen van de krijgsgevangenentransporten waren meestal Keulen, Münster, Soltau of Celle. Deze laatste drie waren militaire oefenterreinen bij Hannover, die in augustus 1914 leeg stonden omdat de troepen aan het Frans-Belgische front streden. In de leegstaande paardenstallen en barakken kregen de gevangenen een onderkomen maar omdat ze in grote getale toestroomden was de voorziene ruimte snel ontoereikend. Dat betekende het begin van heuse concentratiekampen, waar duizenden krijgsgevangenen en burgers opgesloten werden. Het kamp van Soltau groeide uit tot een met prikkeldraad en wachttorens omgeven gevangenis van 71 houten barakken - door de gevangenen zelf gebouwd - wat de capaciteit op ruim 16.000 gevangenen bracht. In 1915 zouden er ruim 22.000 gevangenen hebben gezeten.