Etienne Beutels werd geboren te Kampenhout op 18 oktober 1919 als zoon van Eugeen Beutels en Flavia Maria Soulliaert. Hij woonde op de Grimbergensteenweg 7B te Eppegem en was ongehuwd.

Hij kreeg als soldaat het stamnummer 135/81986 en werd soldaat Tweede Klasse, ingedeeld bij het 1^ste Grenadiers Regiment.
Hij was in volle opleiding (was van de lichting 1939) te Turnhout in de Kazerne Majoor Blairon, opleidingcentrum nr. 3 toen hij op 10 mei 1940 naar het front werd gestuurd. Hij sneuvelde voor het vaderland (volgens zijn militair dossier) op 28 mei 1940 en volgens zijn gedachtenisprentje op 27 mei 1940 tijdens de Achttiendaagse Veldtocht bij de laatste hopeloze 'weerstandstelling' in Rumbeke.

Jean Beunekens van hetzelfde regiment getuigde :
"Op 26 mei kwam ons regiment aan in Rumbeke, een gehucht van Roeselare, waar we post vatten rond het kasteel. Daar werden we twee dagen lang hevig beschoten en vielen er tientallen doden. De dag van de capitulatie kregen we nog het bevel om posities in te nemen ten zuiden van Roeselare. Zo zijn wij blijven doorvechten tot 7 à 8 uur 's morgens, dus enkele uren na de officiële overgave. Het is in die korte tijd dat de meeste grenadiers gesneuveld zijn. Ikzelf heb drie man naast mij zien vallen w.o. soldaat Beutels uit Eppegem. Achteraf heeft men gezegd dat wij de aftocht van een Engelse eenheid en de weeropstelling van het 3^de en 5^de Jagers te Voet moesten dekken. Hoewel dit laatste natuurlijk helemaal geen zin meer had".

Etienne werd eerst begraven op het stedelijk kerkhof van Roeselare in graf nº 316 om op 15 juli 1940 overgebracht te worden naar de gemeentelijke begraafplaats te Eppegem.
In 1946 werd hij postuum vereerd met het oorlogskruis en zijn opname als ridder in de orde van Leopold II met palmen.