Hij werd geboren te Berg op 27 maart 1901 als zoon van Willem Lesage en van Maria Theresia Van Immelen. Hij was gehuwd met Elisabeth Godts (geboren te Steenokkerzeel op 8 maart 1900 en aldaar overleden op 21 april 1980). Zij was de dochter van Rumoldus Bernardus Godts (1851-1940) en van Petronilla Coleta Kemps (1863-1947). Frans woonde samen met zijn echtgenote in de Wambeekstraat 82 te Steenokkerzeel.

Gezien de datum van overlijden, 28 mei 1940, is Frans allicht overleden in de Sint-Jozefschool in Leffinge/Slijpe, aan eerder opgelopen verwondingen. De Sint-Jozefschool Leffinge/Slijpe en het daaraan gekoppeld klooster maakte deel uit van de congregatie van de Zusters van de Heilige Vincentius a Paulo. Tijdens de meidagen van 1940 werd de school ontruimd en opnieuw als hospitaal (een eerste keer gebeurde dat in de Eerste Wereldoorlog) ingericht. Eerst dienstdoend voor de Belgische soldaten en in later in 1944 ingenomen door Duitse militairen.

Frans Lesage deed zijn militaire dienst als milicien-soldaat bij het de Vervoerskorps (CT) van het Grand Quartier Général (Groot Hoofdkwartier GHK). Hij sneuvelde voor het vaderland te Slijpe op 28 mei 1940 en werd op het gemeentelijk kerkhof van Slijpe begraven. Op 19 juni 1940 werd zijn lichaam ontgraven en vond hij zijn laatste definitieve rustplaat op de gemeentelijke begraafplaats van Steenokkerzeel.
In 1946 werd Frans postuum vereerd met het oorlogskruis en opgenomen als ridder in de Orde van Leopold II met palmen.